Vilnius is de hoofdstad van Litouwen, de meest zuidelijke van de drie Baltische Staten. Litouwen wordt begrensd door Polen en de enclave Kaliningrad in het zuiden, Wit-Rusland in het oosten en Letland in het noorden.
De oude binnenstad van Vilnius - sinds tien jaar op de Unesco-lijst van beschermd werelderfgoed en eind jaren negentig op grote schaal gerenoveerd - is een stad van doorkijkjes, van verrassingen, van kerken en gevels die steeds weer herinneren aan een ander aspect van de rijke geschiedenis van de stad. Vilnius is niet zo oud: de stad ontstond begin veertiende eeuw op het punt waar de Vilnija uitkomt in de Neris. Daar bouwde grootvorst Gediminas een burcht op een van de vele heuvels.
Aan de voet van de heuvel groeiden diverse nederzettingen samen tot een stad die gaandeweg tegen de hellingen van diverse heuvels opkroop. Soms wekt Vilnius de indruk niet gepland te zijn, maar de bouwers volgden simpelweg de natuur, de hellingen.
De ruïne van Gediminas’ burcht bestaat nog, een paar minuten lopen van de oude stad. Wie de moeite neemt om de klim naar boven te maken wordt beloond met een adembenemend uitzicht over de stad. Het paleis van de groothertog, onderaan de heuvel, naast de kathedraal, wordt momenteel in oude luister hersteld.
Veel van de meer dan vijftig kerken en kloosters van de oude stad staan in groepjes van twee tot vier bij elkaar en behoren tot verschillende religies. Soms hebben ze in het verleden aan verschillende godsdiensten toebehoord. De Kazimirkerk bijvoorbeeld, vlak naast het centrale plein van de oude stad, was achtereenvolgens een katholieke, een orthodoxe en een protestantse kerk. Vervolgens, in de Sovjet-tijd werd de Kazimirkerk een museum, en is nu weer katholiek.
Oud Vilnius is een stad om te dwalen. Stille stegen, waar je voetstappen echoën langs de bepleisterde muren. Doorgangen onder bogen, met daarachter hofjes, en wéér een kerk, of wat winkels. Je slaat een hoek om en staat weer op een plein met kerken. Of je vindt jezelf weer terug op de Aušros Vartų, met zijn verlengde, de Didžioji gatvė en de Pilies gatvė, de centrale, doorlopende straat van de oude stad, met zijn straatmarkt waar je souvenirs en barnsteen, al dan niet als juweel, kunt kopen.